Vormgeving identiteit Driestar educatief hangt af van context


Verschenen als opinieartikel in RD van 26 december en is een antwoord op de reactie van een drietal collega’s op het essay ‘Telkens terug naar de bron’.

Binnen de reformatorische kring spreken over identiteit is niet makkelijk. Je kan zomaar worden misverstaan. Met mijn essay ”Telkens terug naar de bron” (RD 13-12) wil ik het gesprek stimuleren over hoe levensbeschouwelijke organisaties hun identiteit praktiseren.

Uit veel reacties blijkt dat het mensen inderdaad helpt aan inzichten, taal en beelden om dat gesprek ook voor de eigen organisatie te voeren. Ik waardeer het dat de collega’s Flier, Kuijers en Van Leeuwen een bijdrage leveren aan dit gesprek met hun reactie op Forum. Dit artikel toont hun grote betrokkenheid bij Driestar educatief. Alle drie zijn ze graag geziene gasten binnen ons instituut, altijd bereid om te participeren in resonansgroepen of projecten. In hun artikel uiten ze hun waardering voor de kwaliteit die Driestar educatief levert, en ze begrijpen ook dat vormgeven aan de identiteit een zoektocht is, omdat de omgeving en de vragen die deze stelt steeds verandert.

Grondpatronen

De drie directeuren hebben echter moeite met de nieuwe koers die Driestar volgens hen zou zijn ingeslagen en gebruiken daarvoor woorden als „het weghalen van begrenzingen, verzetten van de oude palen, vervreemden van de achterban”. Herlezing van mijn essay met deze opmerkingen in het achterhoofd, roept bij mij de vraag op waar de collega’s zich nu precies op baseren. Weliswaar spreek ik over het zoeken van nieuwe manieren om met identiteit om te gaan, een tocht die ik ook bij de SGP waarneem, maar ik stel uitdrukkelijk, dat juist het denken vanuit de kern niet een volledig nieuwe weg is. Bovendien geef ik aan dat normen en vormen er wel degelijk toe doen, zelfs belangrijker worden.

De Driestargeschiedenis beschreven in de boeken ”Wordt een heer!” en ”Wees een gids!” laat zien dat Kuijt een aantal grondpatronen heeft gelegd die nog steeds binnen Driestar educatief terug te vinden zijn.

Allereerst de Bijbel en het gereformeerde belijden als de kern van onze identiteit. Daarna de brede kijk op de plaats van de kerk in de wereld, daarvoor liet Kuijt zich vooral vormen door Calvijn, de keuze voor interkerkelijkheid, de passie voor een brede vorming van studenten en zelfs al het belang van internationalisering. Dit grondpatroon is nog steeds actueel voor ons instituut. De vraag waar we telkens voor staan is hoe we dit doorvertalen naar deze tijd.

In het tweede boek wordt dit uitvoerig beschreven door John Exalto en Ton van der Schans. Je ziet daar dat we vanuit dezelfde kern zoeken naar antwoorden op de vragen die tot ons komen, en die per periode verschillend zijn. Dit is de zoektocht die elke identiteitsgebonden organisatie meemaakt. Dan is er niet zozeer sprake van koerswijzigingen, maar vanuit de kern zoeken naar de bij de context passende vormen en normen.

Overigens laat de geschiedschrijving zien dat er altijd wel een kritische houding is geweest van de primaire doelgroep van Driestar naar het ‘eigen’ instituut. Dit is niet altijd gemakkelijk, maar komt wel voort uit een grote betrokkenheid van de achterban.

Kernwaarden

Een voorbeeld van het zoeken naar een passende vorm is de publieke bijeenkomst waar de collega’s aan refereren. Een bijeenkomst die wij niet met Schriftlezing en gebed openden. Ze zien dit als consequentie van kerndenken. Als de context niet bekend is, kan de argeloze lezer inderdaad de indruk krijgen dat Driestar educatief de traditionele vormen overboord zet. Niets is minder waar.

In het essay schrijf ik dat wanneer je vanuit de kern probeert te denken en te werken, vormen niet minder, maar meer van belang zijn. De context is echter bepalend voor de vorm die je kiest. De genoemde bijeenkomst was voor een breed publiek, om ons boek ”Onderwijs vraagt leiderschap” aan de man te brengen en daarbij horende  onderwijsadviesproducten te promoten.

Bij een promotie-bijeenkomst voor een breed publiek, kiezen we voor een andere vorm en openen we niet op traditionele wijze, dat is niet passend. Binnen onze opleidingen en bij onderwijsadvies-activiteiten die identiteitsgebonden en op de eigen achterban zijn gericht, maken we hierin heel herkenbare keuzes. De vormgeving die we kiezen hangt af van het doel, de inhoud en de doelgroep.

Wat ik mis in de reactie, is dat er niet wordt ingegaan op de kern van mijn betoog: hoe geven wij in onze instituten de identiteit vorm en norm? Hoe laten we de kern van de identiteit een levende werkelijkheid blijven of worden?

Dat is onze opdracht en daar wil ik graag het gesprek over voeren. Als de suggestie achterblijft dat dit een maakbaar proces is, dan betreur ik dit. In de manier waarop we de kernwaarden van Driestar educatief hanteren, is een houding van afhankelijkheid cruciaal. Leven en werken uit de kern is niet maakbaar, maar afhankelijk van het de werking van Gods Geest. Toch zijn we verantwoordelijk voor het gestalte geven aan de identiteit in de praktijk van elke dag.

Ik deel het verlangen van de collega’s naar een gefundeerde, levende en functionerende identiteit in onze organisaties. Kerndenken mag daaraan geen afbreuk doen. Ik wil luisteren naar hun mening en die ook meenemen in verdere doordenking van identiteit binnen ons instituut. Kerndenken op de manier die mij voor ogen staat, gaat niet ten koste van de identiteit, maar doet je bewuster omgaan met de rijkdom van Gods Woord en andere bronnen. Zorgvuldig keuzes maken voor normen en vormen die passen bij de kern van de identiteit, om zo de kern binnen de context concreet maken.

 

 

 

,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *